Traumaprotocol

Scaphoïdfracturen en peri-lunaire luxatie

Scaphoïdfractuur Achtergrond

Meeste farcturen zijn waist fracturen en minimaal gedisloceerd. > 90% geneest met gipsbehandeling

Mechanisme

Val op de hand in hyperextensie of geforceerde hyperextensie / dorsaalflexie van de pols.

Kliniek

Asdrukpijn over de eerste straal, drukpijn in tabatière anatomique en drukpijn t.h.v. het tuberculum aan volaire zijde.

Diagnostiek

  • X-pols
    • AP
    • Lateraal
  • Scaphoïd-serie
    • Oblique in pronatiestand
    • AP in ulnairdeviatie 

Tot 16% van de scaphoïdfracturen is niet te zien op de initiële foto. Bij positieve klinische verdenking bij negatieve röntgenfoto's overweeg een CT of MRI direct, of herbeoordeel de kliniek na een week gipsimmobilisatie.

Overweeg een CT bij scaphoïdfractuur om de mofrologie en de mate van dislocatie te beoordelen. 

Classificatie

Volgens herbert o.b.v. röntgenfoto's of volgens Karle op basis van CT.

Scaphoïdfracturen indeling Herbert 3

 

Behandeling conservatief

Type A1 en A2, de niet-gedisloceerde < 1 mm fractuur van de middenpool en distale pool.

Onderarmsgips, exclusief de duim voor 6 weken.

Controle

- na 1 week voor circulair gips 

- na 6 weken met klinische beoordeling

- na 3 maanden met op indicatie CT  ter beoordeling genezing. Meer dan 80% van de niet-gedisloceerde conservatief behandelde fracturen zijn na 6 weken geconsolideerd. 

Behandeling operatief

Type B fracturen, gedisloceerde fracturen > 1 mm of geanguleerde fracturen > 15 graden, en op indicatie type A2 met wens tot snel mobiliseren

- Niet-gedisloceerd: percutane fixatie met schroef vanuit volair

- Gedisloceerd: open repositie en fixatie middels schroef, vanuit volair

- Proximale pool of geassocieerd SL-letsel: open repositie en fixatie middels schroef, vanuit dorsaal

Controle

In principe oefenstabiel. 

- Na 6 weken met klinische beoordeling

- Na 3 maanden met CT. 

HerbertScrew Fig. 4. Herbert schroef. 

De anatomie van de pols 

De pols is een complex gewricht waar meerdere
structren aan deelnemen.
 
 
De belangrijskte zijn:
  • Distale radioulnaire gewricht (DRU)
  • Radiocarpale gewrichtjes
  • Triangulaire fibrocartilagineuze complex (TFCC)
  • Scapholunaire complex

Pols anatomie lateraal carpalia

Fig. 1. Carpalia lateraal; Tekeningen, deze en volgende,

door. A.E. Boendermaker

Pols anatome PA carpalia

Fig. 2. Carpalia AP.  

 Bloedvoorziening scaphoid

Fig. 3. Bloedvoorziening scaphoïd van de hand; vanaf arteria radialis 2 takken: art.palmaris superficialis en

art. carpalis dorsalis. Beide hebben hun inertie distaal, waardoor de bloedvoorziening van het proximale deel

van het scaphoïd afhankelijk is van intra-ossale toevoer en bedreigd is naarmate de fractuur proximaler zit. 

Peri-lunaire luxatie fracturen  

--> Dissociatie tussen het lunatum en een of meer van de omliggende carpalia door disruptie van het bandenapparaat.

Perilunaire luxatie = Meestal lunatum naar volair. Vaak gepaard met fracturen van het scaphoïd en / of triquetrum

Lunatumluxatie = luxatie van het lunatum t.o.v. distale radius en capitatum/

Scapholunaire dissociatie = Meer dan 3 mm ruimte tussen scaphoïd en lunatum op PA-foto. Op de laterale opname een hoek groter dan 60 graden tussen het scaphoïd en lunatum. Vergelijk eventueel met de niet aangedane zijde. 

Classificatie volgens mayfield.

  • Klasse 1 - Scapholunate dissociatie = dissociatie tussen scaphoïd en lunatum, of fractuur scaphoïd met diastase S-L
  • Klasse 2 - Perilunate dislocatie = Dislocatie van capitatum uit carpale tij naar dorsaal
  • Klasse 3 - Triquetrum dislocatie = Diastase triquetrum en lunatum, rotatie triquetrum / volaire triquetrum fractuur
  • Klasse 4 - Lunatum dislocatie = Dislocatie van lunatum naar volair, met carpus in lijn met radius

Mayfield classification 

Fig.6. Mayfield classificatie

Mechanisme

Meestal hoog energetisch inwerkende kracht. 

Kliniek

Sterk beperkte functie en zwelling handrug en pols. Opvallend veel pijn. Cave. nervus medianuscompressie / acuut carpaaltunnel syndroom, in 25% van de gevallen. 

Diagnostiek

X-pols AP en lateraal, en aanvullend een CT voor OK-planning en classicifatie. NB. Bij verdenking laagdrempelig overleg trauma -of handchirurg.  

Behandeling

Altijd operatief

  • Klasse 1: fixatie en ligamentair herstel. Zo nodig osteosynthese scaphoíd
  • Peri-lunaire luxatie: Vaak open reductie, K-draad fixatie van S-L en T-L
  • Klasse 2-4: met dislocatie carpus of lunatum: Direct repositie op OK. Later reconstructie van de ligamenten door handchirurg. 

Controle

- Na 1 week: X-foto en eventueel gipswissel

- Na 6 weken: X-foto

- Na 10 weken: X-foto, eventuele K-draden verwijderen, gips af en start oefenen

- Na 3 maanden: X-foto, controle op pseudoartrose

Luxatie lunatum

 Fig. 5. Luxatie van het lunatum. 

   
   
U bevindt zich hier: Home Bovenste extremiteit Naviculare (scaphoid) fractuur van de pols